- Beren (Ursidae) -

De familie Beren ofwel Ursidae kent wereldwijd nog acht soorten, waarvan de Bruine beer (Ursus arctos) en IJsbeer (Ursus maritimus) de meest bekende zijn. Ondanks dat de meeste beren min of meer hetzelfde uiterlijk hebben, zijn de meeste soorten niet nauwverwant aan elkaar. Beren behoren tot de orde Roofdieren (Carnivora), maar de IJsbeer is de enige soort die vrijwel uitsluitend vlees eet. Het dieet van andere soorten bestaat grotendeels dan wel volledig uit plantaardig voedsel. 


Bruine beer (Ursus arctos)

 

De Bruine beer (Ursus arctos) kent een groot aantal ondersoorten, met allemaal een eigen verspreidingsgebied. Zo komt de Grizzlybeer (Ursus arctos horribilis) alleen voor in het noorden en midden van Alaska en het noorden en westen van Canada, de Kamtsjatkabeer (Ursus arctos beringianus) op het schiereiland Kamtsjatka en op het Karaginski-eiland en de Kodiakbeer (Ursus arctos middendorffi) op de eilanden Kodiak, Afognak en Shuyak. 

 


- Eekhoorns (Sciuridae) -

Eekhoorns (Sciuridae) vormen een relatief grote familie binnen de orde van Knaagdieren (Rodentia), die wereldwijd uit 278 soorten bestaat. Naast de bekende 'echte' Boomeekhoorns (Sciurus sp.), behoren ook andere groepen als Marmotten (Marmota sp.) en Prairiehonden (Cynomys sp.) tot bovengenoemde familie.


Grijze marmot (Marmota caligata)

 

De Grijze marmot (Marmota caligata) is een groot knaagdier, die uitsluitend in het noordwesten van Noord-Amerika voorkomt. Het leefgebied bestaat uit hooggelegen terreinen met een spaarzame vegetatie zoals rotsachtige berggebieden en alpenweiden. Doordat dergelijke biotopen vaak een extreem klimaat met lange winters kennen, houdt de Grijze marmot een relatief lange winterslaap die wel 8 maanden kan duren. Hier zou ook de uitdrukking "slapen als een marmot" vandaan komen.

 


Mantelgrondeekhoorn (Spermophilus lateralis)

 

De Mantelgrondeekhoorn (Spermophilus lateralis) komt voor in het westen van Canada en de Verenigde Staten. De soort voedt zich voornamelijk met pijnboompitten en andere zaden. Daarnaast worden ook paddenstoelen en kleine ongewervelden gegeten. Als verblijfplaats wordt een zelfgegraven hol in de grond gebruikt, die wel 30 meter lang kan zijn. Om zijn vacht te verzorgen rolt de Mantelgrondeekhoorn door het stof, om daarna het te kammen met zijn klauwen en tanden. De Mantelgrondeekhoorn lijkt sterk op Wangzakeekhoorns (Tamias sp.). Soorten behorend tot het laatst genoemde geslacht blijven echter veel kleiner en hebben één of meerdere strepen in het gezicht.

 



- Hertachtigen (Cervidae) -

De familie Hertachtigen ofwel Cervidae kent wereldwijd 47 soorten. Op de Chinese waterree (Hydropotes inermis) na, in vergelijking met andere herten een primitieve soort, dragen alle mannelijke dieren binnen deze familie een gewei. Deze wordt elk jaar afgeworpen en normaliter vervangen voor een groter en complexer exemplaar. De grootte en complexiteit van het gewei toont de gezondheid, kracht en leeftijd van mannelijke dieren en zorgen zo voor dominantie. 


Wapiti (Cervus canadensis)

 


- Holhoornigen (Bovidae) -

De familie Holhoornigen (Bovidae) telt volgens de huidige indeling ruim 120 soorten, verdeeld over 40 geslachten. Veel van de door de mens gedomesticeerde dieren zoals runderen, schapen en geiten behoren tot deze familie. Kenmerkend is de bouw van de hoorns; een kern van been (een uitgroeiing van de schedel) omgeven door een hoornige schede. Bij een dood exemplaar komt de hoornige schede los en is dan uiteraard hol. Hier komt de naam 'Holhoornigen' vandaan. De hoorns worden, anders dan bij bijvoorbeeld herten, nooit afgeworpen.


Schotse Hooglander (Bos taurus)

 

De Schotse hooglander (Bos taurus) dankt zijn naam aan het feit dat hij van origine uit de Schotse Hooglanden komt. Hij doet het echter ook uitstekend in andere biotopen en wordt daarom veelvuldig als begrazer in Nederlandse natuurgebieden ingezet. Hier gaan ze opslag van bomen tegen en houden het landschap open en afwisselend.

 

Van oorsprong waren de meeste individuen zwart, maar via koninklijk decreet van koningin Victoria, werd actief geselecteerd op de rode dieren, omdat zij dit een mooiere kleur vond.

 


- Marterachtigen (Mustelidae) -

In Nederland komen zeven inheemse soorten uit de familie Marterachtigen voor, welke allemaal in meer of mindere mate carnivoor zijn. Wereldwijd komen er ongeveer 70 soorten van, verdeeld over ruim 20 geslachten. Het geslacht Mustela, waartoe ook de Bunzing (Mustela putorius), Hermelijn (Mustela erminea) en Wezel (Mustela nivalis) behoren, is veruit het omvangrijkste geslacht wereldwijd.


Hermelijn (Mustela erminea)

 

De Hermelijn (Mustela erminea) is een relatief kleine marter die veel gelijkenis vertoont met de Wezel (Mustela nivalis). De "demarcatielijn" (scheidingslijn tussen de bruine rug en de lichte buik van de vacht is bij de Hermelijn echter strak en recht, waar die van de Wezel kronkelig is. Daarnaast is de Hermelijn groter en heeft hij vrijwel altijd een zwarte zwarte pluimpunt aan het eind van de staart.

 

Door het schuwe karakter en de verborgen levenswijze wordt de Hermelijn niet zo vaak waargenomen. Onterecht werd daarom ook gedacht dat de Hermelijn met name 's nachts actief is; de soort jaagt zowel overdag als 's nachts en houdt tussendoor kleine pauzes om te rusten. Onderstaande foto van de Hermelijn is overdag in Putten gemaakt toen hij een woelmuis achterna zat.

 


- Varkens (Suidae) -

Varkens, een familie die ook wel Zwijnen van de Oude Wereld wordt genoemd, bestaat wereldwijd uit enkele tientallen soorten. Het exact aantal is moeilijk te zeggen aangezien er veel onduidelijkheid over de taxonomie van deze familie is. Dit komt onder andere doordat er veel soorten zijn die voorheen als ondersoort werden gezien en vice versa en er bijvoorbeeld veel kruisingen tussen verschillende 'soorten' voorkomen. Leden uit de familie Suidae zijn nauwverwant aan Pekari's (Tayassuidae), een familie die ook wel Zwijnen van de Nieuwe Wereld wordt genoemd.


Wild zwijn (Sus scrofa)

 

Het Wild zwijn (Sus scrofa) is de wilde voorouder van het gedomesticeerde varken. Hij komt van nature voor in vrijwel heel Europa, grote delen van Azië en in het noorden van Afrika. De soort is voor de jacht echter ook in delen in de Verenigde Staten, Argentinië, Papoea-Nieuw-Guinea en Australië uitgezet. Strikt gezien zijn de "Nederlandse" Wilde zwijnen ook uitheems; in de 19eeuw is de soort door de jacht in Nederland uitgestorven, maar vervolgens door Prins Hendrik van elders weer uitgezet. Momenteel komt het Wild zwijn voor in gevestigde populaties in delen van Limburg en het oosten van Noord-Brabant, op de Veluwe en bij Nijmegen.

 


- Vinvissen (Balaenopteridae) -

De familie Vinvissen (Balaenopteridae) kent wereldwijd negen soorten, verdeeld over de  geslachten Balaenoptera en Megaptera. Enkele van de grootste dieren die ooit hebben geleefd, waaronder de 27 meter lange Blauwe vinvis (Balaenoptera musculus), behoren tot deze groep.


Bultrug (Megaptera novaeangliae)

 

De Bultrug (Megaptera novaeangliae), ook wel Bultrugwalvis genoemd, is een relatief grote soort uit de familie van de Vinvissen. Volwassen dieren worden tot wel 16 meter lang en kunnen 30 ton wegen. Elk jaar leggen Bultruggen duizenden kilometers af wanneer ze migreren van de koude, voedselrijke poolstreken naar warmere wateren om te paren en te kalven. Onderstaande foto's zijn voor de kust van Vancouver Island, Canada genomen.