Bruine kikker (Rana temporaria)

 

De Bruine kikker (Rana temporaria) is een vrij grote kikker met een stompe stuit. Bijzonder is dat de soort, ondanks wat veel mensen denken, grotendeels terrestrisch is. Buiten de paarperiode, die voor de mannetjes enkele weken maar voor het vrouwtje vaak slechts één nacht duurt, verblijft de Bruine kikker voornamelijk op het land. Uitzondering is een deel van de populatie die in zachte winters in het water overwintert.

 


Gewone pad (Bufo bufo)

 

De Gewone pad (Bufo bufo) is veruit de meest algemene paddensoort van Nederland. Het is dan ook een echte generalist, die niet kieskeurig is ten aanzien van zijn habitat. De soort staat bekend om de massale paddentrek in het voor- en najaar, waarbij duizenden individuen tussen land en water migreren. Helaas gaat dit regelmatig gepaard met veel (verkeers)slachtoffers.

 


Groene kikker (Pelophylax sp.)

 

Er zijn in Nederland drie 'soorten' groene kikkers, die vaak tezamen worden aangeduid als het 'Groene kikker-complex'. Deze bestaat uit de Poelkikker (Pelophylax lessonae), de Meerkikker (Pelophylax ridibundus) en een kruising tussen deze twee soorten, de Bastaardkikker (Pelophylax kl. esculentus). Bijzonder hieraan is dat de laatstgenoemde kruising zelf ook vruchtbaar is. Dit komt door een uniek voortplantingsmechanisme, dat wel ‘hybridogenese’ wordt genoemd. De drie soorten zijn, door zowel grote variatie binnen dezelfde soort als door sterke gelijkenissen tussen de verschillende soorten, vaak lastig van elkaar te onderscheiden. Belangrijke kenmerken om de drie soorten van elkaar te kunnen onderscheiden zijn onder andere de lengte van de achterpoten (gemeten d.m.v. de zogeheten "strekproef"), de vorm van de graafknobbel en het habitat. In deze herkenningskaart van RAVON zijn de verschillen tussen de drie soorten overzichtelijk weergegeven. Ondanks deze handige herkenningskaart, was ik van de individuen op onderstaande foto's niet zeker welke soort(en) het betrof.

 


Rugstreeppad (Epidalea calamita)

 

De Rugstreeppad (Epidalea calamita) is een relatief zeldzame paddensoort die, anders dan veel andere amfibieën in Nederland, een voorkeur heeft voor droge gebieden. Het is een echte pioniersoort die, naast in natuurlijke habitats als (rivier)duinen, droge heideterreinen en uiterwaarden, ook vaak wordt waargenomen op braakliggende bouwterreinen en zandafgravingen. Aangezien de Rugstreeppad wettelijk beschermd is, zorgt deze voorkeur vaak voor problemen bij bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden.